Apollo’s Nieuwe-jaers-gift

EPSON MFP image

Uit 1742 dateert dit nieuwjaarsgeschenk van de god Apollo: een bundel liedjes die hij aan de zangkunst cadeau doet en die hij opdraagt aan het ‘bekoorlyke Hollandsche jufferschap’, dus aan alle aantrekkelijke Hollandse meisjes.

IMG_0389a

Het liedboekje werd uitgegeven door Jan van den Bergh in Den Haag. Het is een vrij dikke bundel van 192 pagina’s met zo’n 90 liederen en nog wat voor- en nawerk. Het is niet bekend wie de samensteller van de bundel is. De opdracht is ondertekend door R.E.W. maar wie of wat daarachter schuilgaat weet ik niet.

IMG_0384

Mijn exemplaar is samengebonden met vier vergelijkbare liedboekjes. Zo’n samenvoeging van meerdere boeken in één band was vroeger heel gewoon. Tot begin negentiende eeuw kwam een koper niet met een gebonden boek maar met een stapeltje bedrukte losse bladen een boekwinkel uit. Daarmee liep men naar een boekbinder die de bladen tot katernen vouwde en inbond. Een koper kon ook besluiten om verschillende teksten samen in één band te laten zetten. Dat was voordeliger, en samenhangende of tegelijk verschenen publicaties had men zo altijd bij elkaar. Onder boekhistorici heet zo’n verzamelband een convoluut. Kopers konden bovendien zelf kiezen voor een eenvoudige papieren of kartonnen omslag, maar ook voor een duurdere leren of perkamenten band, waarop desgewenst nog weer allerlei versieringen konden worden aangebracht. Een en dezelfde uitgave kan dus in heel verschillende banden voorkomen en zowel apart gebonden als samen met andere boeken in een convoluut.

IMG_0388

Ik heb er geen idee van wie degene is geweest die mijn convoluut heeft laten binden, maar hij of zij heeft er wel werk van laten maken. De kartonnen platten zijn met leer overtrokken en daarin zijn met stempels versieringen ingebrand, die vervolgens met bladgoud zijn opgevuld. De randen van het papier zijn ook met bladgoud bestreken (‘goud op snee’) en daarin is zelfs weer een omtreklijntje geciseleerd. Hoewel het bandje maar 16 x 10 centimeter meet, moet het mede dankzij de omvang van in totaal ruim 900 bladzijden toch best een luxe indruk gemaakt hebben. Het was geen goedkoop liedboekje om in je jaszak mee naar de kroeg te nemen, eerder een deftige bundel voor gebruik in huiselijke kring. Maar de tand des tijds heeft er intussen wel behoorlijk aan geknaagd…

IMG_0385

Apollo is de god van de muziek dus het is niet vreemd dat veel liedboekjes van oudsher zijn naam in de titel dragen. Al in 1615 verscheen in Amsterdam Apollo of Ghesangh der musen. Andere titels (allemaal ontleend aan de onvolprezen Short-Title Catalogue Netherlands) zijn onder meer Apollos harp (1658), Apolloos minne-sangen (1663), Appolloos snaaren (1664) en Den lacchenden Apoll uitbarstende in drollige rymen […] en vermaakelyke minne-zangen (1703). (Zelfs voor een eigennaam als Apollo bestond nog geen vaste spelling.)

 

Meer van zulke Apollo-titels vinden we ook in dit convoluut. Het eerste onderdeel is Apollo’s Kermis-gift. Eerste deel, ook uitgegeven door Jan van den Bergh in Den Haag, in 1743. (Dit is de tweede druk; de eerste druk was van 1740.) Dan volgt Apollo’s Kermis-gift. Tweede deel, eveneens verschenen bij Jan van den Bergh in 1743. Het derde onderdeel is Apollo’s nieuwe-jaers-gift, waar dit blog om begonnen is, en het vierde is Apollo’s St. Nicolaas-gift aan Minerva. Dat liedboek wijkt een beetje af van de drie voorafgaande, want het werd niet uitgegeven in Den Haag maar door Johannes van Kerckhem in Leiden, in 1741. Het laatste onderdeel van het convoluut bestaat uit Jan van Elslands Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen (Haarlem, 1730). Hoewel dus wat ouder dan de andere uitgaven past het er inhoudelijk goed bij. En Apollo’s naam mag dan niet in de titel staan, die ‘negen zanggodinnen’ zijn de negen muzen, de godinnen van zangkunst, literatuur en wetenschap, die hem vaak begeleidden.

Waaruit bestaat nu Apollo’s nieuwe-jaers-gift? Het boekje begint met een gegraveerde titelprent en de bijbehorende uitleg op rijm. De scene is een mengeling van klassiek-mythologische en achttiende-eeuwse figuren. Gezeten op een wolk en omkranst met zonnestralen overhandigt de god Apollo zijn liedteksten aan de godin van de zangkunst, denkelijk een van de muzen. De personages op de achtergrond doen de dingen die in de liedjes bezongen worden: drinken, leuren met koopwaar, wanhopen van liefdesverdriet, roken, verleiden. De staande man links zal wel een herder uit een van de vele herderszangen voorstellen. Op de voorgrond zit de eeuwige criticaster Momus, maar volgens de ‘Verklaering van de tytel-prent’ hoeft niemand naar hem te luisteren.

EPSON MFP image

Na de titelpagina volgt de ‘Opdracht aan de bekoorlyke juffers’. De schrijver verontschuldigt zich eerst bij de Haagse meisjes aan wie hij zijn eerste liedboek, Apollo’s kermis-gift, had opgedragen, want deze nieuwe bundel is voor álle Hollandse meisjes. Maar de Haagse schonen hoeven zich niet gepasseerd te voelen; zij maken daar immers een heel aanzienlijk deel van uit. Met veel omhaal van woorden verdedigt hij zich ook tegen degenen die de liedjes uit zijn eerste bundel maar platvloers en niets waard vonden. Als dat waar was zou dat liedboek niet zo goed verkocht zijn!

De opdrachtschrijver gaat er prat op dat alle liedteksten in Apollo’s nieuw-jaers-gift nieuw zijn. Het is geen ‘opgewarmde kost’, zegt hij, ‘het is een nieuw gerecht en niet veel ouder als dit jaer’. Dat mag waar zijn, maar de liedjes behoren wel stuk voor stuk tot heel traditionele genres. De inhoud is een grote mengelmoes van herderszangen, liefdesliedjes, drinkliedjes en spotliedjes – of combinaties daarvan – die allemaal gezongen kunnen worden op de melodieën van bekende bestaande liederen. De tekstdichters blijven onvermeld; vermoedelijk moeten ze vooral in kringen van studenten en literaire gezelschappen gezocht worden. De kwaliteit van de teksten is heel wisselend. Ik moet bekennen dat al die liedjes over zeer inwisselbare Clarindes, Cliomenes, Carilenes en Chlotildes me niet zo kunnen boeien. Maar daar staan hele schalkse liefdesliedjes en vrolijke drank- en spotliedjes tegenover. Voor die teksten verwijs ik graag naar GoogleBooks, waar het hele liedboek digitaal te vinden is. Een ongewijzigde herdruk uit 1745 staat in een makkelijker leesbare vorm in de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (DBNL).

Maar één tekst wil hier wel opnemen. Dat is die van het enige nieuwjaarslied uit Apollo’s nieuwe-jaers-gift. Niks geen goede voornemens, beste wensen of mooie toekomstverwachtingen. Deze zanger huivert van het nieuwe jaar. Want nu moet hij zich weer blauw gaan betalen aan fooien: voor de vuilnisman, de nachtwaker, de lantaarnopsteker, de barbier, de pruikenmaker, de collectanten voor het weeshuis, de torenwachter, de tamboer van de burgerwacht, de hondenslager, de cafébaas, de meid, de knecht en wie al niet…

EPSON MFP image

EPSON MFP image

 

Ik wens alle lezers van dit blog een vrolijk 2020!

Jan Bos, 1 januari 2020. Blog 14

*** Ik schrijf af en toe een blog over liedboekjes uit mijn verzameling ***

Een gedachte over “Apollo’s Nieuwe-jaers-gift

Plaats een reactie