(Voor Lia)
Tiental kinderliedjes gezongen door A.V.R.O.’s kinderkoor “Jacob Hamel”

Van 1933 tot 1939 gaf de A.V.R.O. elk jaar een bundel uit met tien kinderliedjes die voor de radio gezongen waren door A.V.R.O.’s kinderkoor. Het waren hele moderne, kleurrijke bundels op uitzonderlijk groot formaat, met de liedteksten, zangstem en pianobegeleiding. De inhoud van de liedjes sloot altijd aan bij de kinderbeleving en nodigde vaak uit tot dansen of meebewegen. Als er al een opvoedkundig tintje aan zat, dan was dat niet zwaar op de hand. De melodieën waren ook steevast opgewekt en niet te moeilijk. Niks geen crisistijd: vrolijke lammetjes, kwakende kikkertjes en geen grotere zorgen dan lastige schoolsommen.

Op papier en uitvoering van de bundels werd niet beknibbeld. Bij elk lied stond minstens één foto of tekening en ook daar glom het zang- en speelplezier vanaf. Nu bieden ze een prachtig tijdsbeeld qua mode en speelgoed. Die illustraties waren het werk van Piet Marée, die ook de hele vormgeving verzorgde.
De oorlog had aan de wekelijkse uitzendingen van het kinderkoor een eind gemaakt. Daarmee was ook een einde aan de reeks liedboekjes gekomen. De dirigent van het koor, de musicus Jacob Hamel, was in Sobibor omgebracht. In 1946 werd het naar hem genoemde kinderkoor heropgericht, nu onder leiding van Herman Broekhuizen. Maar het zou tot 1950 duren voor er weer een Tiental werd uitgebracht. ‘De vooroorlogse uitgaven vonden een zo gretig onthaal dat nu, ondanks de sterk gestegen kostprijs, een nieuwe uitgave door de A.V.R.O. aangedurfd werd’, staat er in het voorwoord. Desondanks is het bij dit ene naoorlogse Tiental gebleven.

Aan de liedjes en de vormgeving heeft dat niet gelegen. Het stramien uit de jaren dertig werd voortgezet, al was het formaat een fractie kleiner en was het kenmerkende bindkoordje vervangen door een metalen ringbandje. De liedjes, foto’s en tekeningen waren weer net zo vrolijk. Net als in zijn vele knutselboeken paste illustrator Piet Marée soms een verrassende collagetechniek toe. Zwartwitfoto en kleurentekening werden in één illustratie gevat.

Bij de liedjes zitten een paar evergreens, bijvoorbeeld ‘Als hier een pot met bonen staat’. Maar de meeste teksten en melodieën zijn nieuw gecomponeerd door Herman Broekhuizen. Daarvan is ‘Een treintje ging uit rijden’ zo bekend geworden, dat je zou denken dat het al veel langer op het kinderrepertoire had gestaan. Het werd voorzien van maar liefst twee tekeningen van treinen, én van suggesties om zelf nieuwe coupletten te bedenken met telkens anders bewegende reizigers.


Diezelfde aanmoediging om te bewegen zit ook in het lied ‘Liesje’:
Liesje, Liesje, olijke Liesje Liesje, Liesje, lach toch eens wat! Lachen is geen schande. Klap eens in je handen. Dans dan maar van hop-sa-sa, Lach dan maar van ha-ha-ha. Liesje, Liesje, lach dan wat. Ha, ha, ha ha ha! Liesje, Liesje, lach dan wat! Ha, ha ha ha!

Op een grappige manier opvoedkundig is het liedje ‘Eenentwintig cent’, dat meteen ook een telversje is:
Een en twintig cent, twee en twintig cent, Drie en twintig centen, vier en twintig cent, Vijf en twintig cent, zes en twintig centen. Rin-kel-de-kink, zo doen de centen, Rin-kel-de-kink, wat ben ik rijk! Sparen maar, sparen maar, Honderd gulden bij elkaar. Sparen maar, sparen maar! Varkentje vul je buikje maar!

Helaas kwam de reeks niet meer op gang. Het bleef het bij die ene uitgave uit 1950. Zulke kleurrijke liedboeken zijn er sindsdien nooit meer verschenen. Overigens bracht de omslag van het 1950 tiental mij meteen mijn kinderjaren in herinnering. Niet dat we thuis een piano hadden of dat ik piano kon spelen. Maar zulk kapsel en zo’n vreselijke wollen kriebeltrui had ik wel!

Jan Bos, 13 december 2019. Blog 13
*** Ik schrijf af en toe een blog over liedboekjes uit mijn verzameling. ***