Sta op voor de grijsheid

Actie voeren voor pensioen in 1919.

Vandaag worden er in het hele land acties gevoerd voor een goed pensioen. Die strijd is niet nieuw. Precies honderd jaar geleden, in maart 1919, verscheen de vierde druk van Sta op voor de grijsheid. 28 zangnummers op bekende wijzen, een liedbundeltje dat werd uitgegeven door de Bond voor Staatspensionneering. Het is een klein boekje, 32 bladzijden in een formaat van 10 x 16 centimeter. Voor een activistisch bundeltje is de vormgeving keurig verzorgd: goed papier, een sierrandje op de omslag en een afzonderlijke titelpagina. De eerste druk zag het licht in 1916, werd al na vijf weken gevolgd door de tweede en kort daarop door de derde. De Koninklijke Bibliotheek bezit de elfde druk, uit 1935. Er moest duidelijk veel gezongen worden voor er resultaat behaald werd! Pas in 1947 kreeg Nederland, dankzij Willem Drees, de Noodwet Ouderdomsvoorziening, de voorloper van de AOW.

Alle liedjes in Sta op voor de grijsheid gaan over de dringende behoefte aan een staatspensioen voor ouderen. Titels als ‘Niet oud en arm, maar oud en rijk!’ en ‘Het is hun Recht!’ zetten de toon. De teksten zijn geschreven op bestaande, zeer uiteenlopende melodieën. Verschillende daarvan kennen we nog steeds. Zo gaat het lied ‘Vooruitgang’ op de wijze van ‘Een karretje op de zandweg reed’.  De tekst van ‘Onze vraag’ klonk zoals ‘De Zilvervloot’ (Heb je wel gehoord van den machtigen Bond / Den Bond voor Staatspensionneering?’) En de melodie van ‘Stille nacht, heilige nacht’ werd gebruikt voor ‘Yet is it nacht’, een van de drie Friese liederen in de bundel.

De meeste tekstschrijvers worden bij name genoemd – wat vrij uitzonderlijk is voor liedboekjes. Het zijn geen grote bekenden, al hebben enkelen ook zelfstandige publicaties op hun naam staan. Het eerste lied is van de hand van ‘Perio’. Achter die naam gaat Gerardus Lambertus Janssen schuil, de man die in 1900 de Bond voor Staatspensionneering oprichtte. Andere traceerbare namen zijn onder meer Ida Boers-Bloem, schrijfster van kluchten en komische schetsen, en de Friese Ibeltsje Kaastra-Bakker, die onder meer toneelstukken als Ald en earm (Oud en arm) en ’t Genaedebrea (Het genadebrood) geschreven heeft. Maar één naam is wel echt bekend: die van de dichter-zanger J.H. Speenhoff. Van hem is de heerlijke en zeer toepasselijke smartlap ‘Opoe’ opgenomen. Het korte voorwoord van Sta op voor de grijsheid is ondertekend met vK. Die letters staan voor Dirk Andries van Krevelen, de voorzitter van de Bond.

Zoals zo veel liedboekjes biedt ook dit bundeltje een fraai tijdsbeeld. Termen als pensioengerechtigden, gepensioneerden (laat staan pensionado’s), bejaarden, 65-plussers of senioren waren nog niet in zwang. De meest gebruikte benaming is ‘oudjes’, naast ‘ouden van dagen’ en ‘oude menschen’.  Een goede indruk van de aard van de teksten geeft het eerste couplet van ‘Leve Staatspensioen!’, dat gezongen werd op de melodie van ‘De Loreley’:

Men ziet in ons land oude menschen,
Gebogen en kreupel en stijf;
Zij hebben, om werk te verrichten,
Geen krachtige armen aan ’t lijf.
En vragen wij nu aan die oudjes:
“Is voor U geheel niets te doen?”
Zij antwoorden allen te zamen:
“Wel ja, man – het Staatspensioen!”

Jan Bos, 18 maart 2019

*** Ik schrijf af en toe een blog over liedboekjes uit mijn verzameling. ***

2 gedachten over “Sta op voor de grijsheid

  1. Dag Jan. Ik kwam vandaag een boekje tegen dat ik niet in de OPC kon vinden. Titel: Oranjebundeltje van vaderlandsche liederen ter gelegenheid van het huwelijk van H.K.H prinses Juliana en Z.D.H Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld. – Doetinchem : Misset. Heb je deze al?? Gr. Aad van Maanen

    Like

  2. Hierbij een verzicht wat ik heb Aad;

    • NR 2872 PROEVE VAN EEN BONDSLIED nr 1
    • Tekst:Perio
    • wijze: Lieve lente schenk uw zegen
    • zoek muziek
    •  
    •  1 Flinke mannen, fiere vrouwen,
    •    Sluit u aan bij onzen bond!
    •    ‘t Zal U nooit of nimmer rouwen,
    •    Dat uw hand te doen iets vond.
    •    Smelt’ uw stemmen dan ineen:
    •    Staatspensioen voor iedereen!
    •    Smelt uw stemmen dan ineen,
    •    Oud en arm, geen een!
    •  
    •  2 Of ge rood of groen of blauw zijt,
    •    Wit of zwart in politiek,
    •    ‘t Is de vraag maar of ge mensch zijt,
    •    Niet een pop met mechaniek.
    •    Sluit u allen dan aaneen,
    •    Eischt het recht voor iedereen!
    •    Sluit u allen dan aaneen,
    •    Oud en arm, blijv’ geen.
    •  
    •  3 Op ons streven rust de zegen,
    •    Van een plichtsgetrouw gemoed,
    •    Onze kreet klinkt allerwegen,
    •    Wekt in oude harten gloed.
    •    Laat het hooren overal,
    •    Ouderdomdellend’, ten val
    •    Dat het schalle door het land,
    •    Oud en arm, aan kant.
    •  
    •  
    • Dit is het eerste lied uit het boekje;
    • ”Sta op voor de grijsheid”
    • uitgave van: “Den Bond voor Staatspensionering”
    • uit het schrift van G.Kuijper-Bonne
    •  
    •  
    • NR 2873 PROEVE VAN EEN BONDSLIED nr 2
    • Tekst:
    • wijze: Kweekelingenbondslied
    • zoek muziek
    •  
    •  1 Het staatspensioen is thans gekomen
    •    Dank zij het krachtig werken van den Bond,
    •    Voor hen werd ‘t leven weer wat lichter,
    •    Die men naar ‘t armhuis zond.
    •    Als is ‘t bedrag nog klein,
    •    ‘t Zal weldra groter zijn,
    •    De Bond zal luide steeds zijn stem doen hooren,
    •    Opdat in ‘t eind,
    •    ‘t Spook:”Oud en Arm” verdwijnt!
    •  
    •  2 Nog hebbe wij met kracht te strijden,
    •    Voor ‘t recht, dat men den ouderdom onthoudt,
    •    Opdat zij ‘t Staatspensioen slechts krijgen,
    •    Die heeten “arm en oud”.
    •    Wij strijden onversaagd,
    •    Tot eens de morgen daagt,
    •    De zegepraal wordt slechts na strijd verkregen,
    •    Komt sluit u aan,
    •    Volgt allen onze vaan!
    •  
    •  3 Slechts door eendrachtig samenwerken,
    •    Bereiken wij dat “arm en oud” verdwijn’.
    •    En dat het recht zal zegevieren,
    •    Al is ons aantal klein!
    •    Wij geven dag en nacht,
    •    Al onze arbeidskracht,
    •    Aan de gemeenschap die zich dus moet voelen,
    •    Verplicht, dat z’ onzen,
    •    Ouden dag verlicht
    •  
    • NR 2874 PROEVE VAN EEN BONDSLIED nr 3
    • Tekst:
    • wijze: In Naam van Oranje doe open de poort
    •  
    •  1 Op vrienden ten strijde, voor ‘t heilige doel,
    •    Vol geestkracht, vol strijdlust, vol vuur,
    •    De oudjes, zij kunnen, wij weten ‘t te goed,
    •    Niet wachten, geen dag, ja geen uur!
    •    ‘t Is plicht van den Staat om de Hoeder te zijn,
    •    Van allen, die oud zijn, behoeftig en klein,
    •    ‘t Is plicht voor ons allen ook ‘t onze te doen,
    •    Op mannen, voor ‘t Staatspensioen.
    •  
    •  2 Beseffen we ‘t allen, welk onrecht ‘t is,
    •    Een zorg’lijk armoedig bestaan,
    •    Voor hen, die zoolang hun de kracht niet begaf,
    •    Hun plicht immer hebben gedaan,
    •    Als loon voor hun werken, vaak moeilijk en zwaar,
    •    Daar past geen misere, zij hebben voorwaar,
    •    Het recht om te vragen, gelijk wij thans doen,
    •    Ja eischen, het Staatspensioen.
    •  
    •  3 Millioenen, zij worden besteed jaar op jaar,
    •    Voor leger, voor vloot enzoovoort,
    •    Vergeet bij dit alles dan de oudjes toch niet,
    •    Men zorge voor hen zoo ‘t behoort.
    •    Weg mandjes met koopwaar, weg bedelarij,
    •    Hoe zielig, hoe wreed is zoo’n scharrelpartij,
    •    Dit langer te dulden, we kunnen ‘t niet doen:
    •    Wij eischen het Staatspensioen.
    •  
    •  4 Regeerders gelooft ons, wij nemen geen rust,
    •    Voor ‘t doel, ‘t ideaal is bereikt,
    •    Wij vormen een stroom, voor welks krachtigen drang,
    •    Een dam van bezwaren dra wijkt.
    •    Wij houden het recht van de oudjes omhoog,
    •    Wij willen eentint’ling van vreugd’ in hun oog,
    •    Regeerders, wilt recht aan die oudjes thans doen,
    •    En schenkt hun het Staatspensioen.
    •  
    •  
    • NR 2875 VOORUITGANG
    • Tekst:L.J.de Vries
    • wijze: Een karretje op de zandweg reed
    •  
    •  1 Een Staatspensioen voor een iedereen,
    •    Leek dwaasheid in ‘t oog van ‘t algemeen,
    •    Nog niet zoo lang geleden,
    •    Maar ‘t was toch zoo dwaas niet, als het scheen,
    •    Want kijk hoe staat het heden?
    •    Een Bond is ontstaan, die groeit en bloeit,
    •    Een Bond is ontstaan, die bloeit.
    •  
    •  2 Tienduizenden leden zijn wij sterk,
    •    Daarmee gaat de Bond met kracht aan het werk,
    •    In de verkiezingsdagen,
    •    Dan is het in den regel het eerste werk,
    •    Den Candidaat te vragen,
    •    “Wat denk gij met Staatspensioen te doen?
    •    Wat denk gij van Staatspensioen?”
    •  
    •  3 Meer invloed krijgt steeds de Bond in ‘t land,
    •    Door ‘t werken met ijver, takt, verstand,
    •    Vooral bij Kamerleden,
    •    En winnen doen wij langzamerhand,
    •    De strijd is haast volstreden,
    •    Wij gaan goed vooruit van jaar tot jaar,
    •    Wij gaan goed vooruit elk jaar.
    •  
    •  4 Toch zijn wij nog niet geheel aan ‘t end,
    •    In de kamers van het Parlement,
    •    Blijft men zich fel verzetten,
    •    Daarheen voortdurend het oog gewend,
    •    Om dat te gaan beletten,
    •    Wij houden dus aan, met moed, vol gloed,
    •    De toekomst is ons, dat moet!
    •  
    •  5 Werkt rustig maar voort. gij kloeke Bond,
    •    Breidt verder u uit, gansch Neërland rond,
    •    De wet wordt dan gauw aangenomen,
    •    Reeds ziet men ‘t gloren van d’ ochtendstond,
    •    Een blijde dag gaat komen,
    •    Geen oud mensch lijdt dan ooit meer gebrek,
    •    Geen oud mensch lijdt dan gebrek.
    •  
    • NR 2876 DE MILLIOENEN
    • Tekst:D.Kool
    • wijze: Weet ge hoeveel held’re sterren
    •  
    •  1 O, daar gaan zooveel millioenen,
    •    Op het oorlogsveld terloor,
    •    En wij zouden willen vragen,
    •    Wat ontvangt het volk ervoor?
    •    Rouw in duizenden gezinnen,
    •    Honger sluipt de huizen binnen!
    •    DAT ontvangt het volk er voor ) bis
    •  
    •  2 O, daar gaan zooveel millioenen,
    •    Nog aan sterken drank terloor,
    •    En wij zouden willen vragen,
    •    Wat ontvangt het volk daarvoor?
    •    Armoe troef in veel gezinnen,
    •    Ruzie buiten, ruzie binnen,
    •    DAT ontvangt het volk ervoor. ) bis
    •  
    •  3 O, had men toch die millioenen,
    •    Voor het Staatspensioen bewaard,
    •    Hoeveel armoe kon voorkomen,
    •    Hoeveel zorg en leed bespaard,
    •    Hadden wij slechts die millioenen,
    •    ‘t Was genoeg voor de Pensioenen,
    •    Van al d’ armen op deez’ aard. ) bis
    •  
    • NR 2877 OP DEN 9DEN DECEMBER 1913
    • Tekst:
    • wijze: De nieuwe haring
    •  
    •  1 Triumf, de vreugde stijgt ten top,
    •    Uit ‘t volk stijgt thans een juichtoon op,
    •    Een toon die klinkt van Dollar tot aan Scheldestrand,
    •    De eerste vrucht wordt nu geplukt,
    •    Veel oudjes houên nu verrukt,
    •    ‘t Pensioentje in de hand. ) bis
    •  
    •  2 Hoezee, voor ‘t eerst sinds langen tijd,
    •    Gaan w’ even rusten van den strijd,
    •    En zien terug den weg zooeven afgelegd,
    •    Maar spoedig treden we weer aan,
    •    Om strijdend voorwaarts weer te gaan,
    •    Op dan voor aller recht. ) bis
    •  
    •  3 Hoezee, hoezee, viert vroolijk feest,
    •    Zingt met een opgeruimden geest,
    •    De moed en ‘t vast geloof, dat voert naar zege heen,
    •    ‘t Pensioen, nog op bescheiden schaal,
    •    Zal leiden tot ons ideaal,
    •    Pensioem voor iedereen. ) bis
    •  
    •  
    • NR 2878 STRIJDZANG
    • Tekst:
    • wijze: Boven de sterren zal ‘t licht ons eens dagen
    •  
    •  1 Vrienden, zeg, hebt gij de leuz’ al vernomen,
    •    Die door geen macht wordt gedempt of gesmoord?
    •    Hebt gij die stemmen, die nader steeds komen,
    •    Vragende recht tot hun beê is verhoord!
    •  
    •  2 Vraagt gij dan nog, wat die stemmen bedoelen?
    •    Kent gij den Bond, noch zijn streven en doel?
    •    Kunt gij voor d’ ouden geen deernis gevoelen?
    •    Blijft bij hun leed dan uw harte nog koel?
    •  
    •  3 Zoudt gij dan dralen, den strijd mee te strijden?
    •    Wachten, terwijl nog zooveel valt te doen?
    •    Ziet gij dan niet hoeveel ouden nog lijden?
    •    Strijdt dan met ons voor het Staatspensioen.
    •  
    •  4 Op dan, ten strijde! Met moed en vertrouwen,
    •    Dan zal men d’ ouden nog recht eens gaan doen,
    •    Op dan gij allen, zoo mannen als vrouwen,
    •    Dan komt er spoedig een Staatspensioen.
    •  
    •  
    • NR 2879 ONS ONAFHANKELIJKHEIDSLIED
    • Tekst:
    • wijze: ‘t Is plicht dat ied’re jongen
    •  
    •  1 ‘t Is plicht dat ied’re jong’re,
    •    Voor de “onafhankelijkheid”
    •    Van hen, die oud en moede zijn,
    •    Van ganser harte strijdt,
    •  
    • Refrein:
    •    Hoezee, strijd mee, voor ‘t Staatspensioen,
    •    Hoezee, hoezee, hoezee,
    •    Voor Staatspensioen strijd mee,
    •    Geen aalmoes en geen liefdegaaf,
    •    Zij ‘t wat men d’ ouden biedt,
    •    Maar recht van elk op ‘t Staatspensioen,
    •    Dat zij ‘t, en anders niet.
    •  
    •  2 Geen sabels en geweren,
    •    Behoeven wij ten strijd,
    •    Door woord en beeld, geschrift en lied,
    •    Word’ onze idee verbreid.
    •    Refrein:
    •  
    •  3 De echte vaderlanders,
    •    Zijn allereerst toch zij,
    •    Die onrecht bannen uit het land,
    •    Zij maken ‘t land eerst vrij.
    •    Refrein:
    •  
    •  
    •  
    • R 2880 VOORHEEN EN THANS
    • Tekst:D.Kool
    • wijze: Van pastoor en z’n koe
    •  
    •  1 Sprak men een twintig jaar geleên, sidewit Jan Bom,
    •    Van Staatspensioen voor iedereen, sidewit Jan Bom,
    •    Keek elk met groote oogen j’ aan, sidewit Jan Bom,
    •    Als had men je niet goed verstaan, sidewit Jan Bom.
    •  
    • Refrein:
    •    Gloria Victoria, Staatspensioen is er ja, ja,
    •    Gloria Victoria, leve ‘t Staatspensioen!
    •  
    •  2 De heeren van de politiek,sidewit Jan Bom,
    •    Die lachen om “die malle kliek”sidewit Jan Bom,
    •    Maar met het groeien van den Bond,sidewit Jan Bom,
    •    Werd ook de Bondsidee gezond,sidewit Jan Bom.
    •    Refrein:
    •  
    •  3 De ouden vonden ‘t niet zoo kwaad,sidewit Jan Bom,
    •    Maar ze zeien:’t Komt voor ons te laat”,sidewit Jan Bom,
    •    Maar Piet en Kees en Jaap en Trijn,sidewit Jan Bom,
    •    Ze hebben pensioen, al is ‘t nog klein.sidewit Jan Bom.
    •    Refrein:
    •  
    •  4 Wat nooit zou komen werd een feit,sidewit Jan Bom,
    •    Dat geeft ons moed voor nieuwen strijd,sidewit Jan Bom,
    •    Want dankbaar zijn we, niet tevreên,sidewit Jan Bom,
    •    Eerst Staatspensioen voor iedereen.sidewit Jan Bom.
    •    Refrein:
    •  
    •  
    •  
    • NR 2881     OP! VOOR DE GRIJSHEID!
    • Tekst:H.Koster
    • wijze: Nader, mijn God, bij U
    •  
    •  1 Nog heerscht in Nederland, Ouderdomsnood!
    •    Nog wordt de zucht geslaakt:”Was ik maar dood”,
    •    Nog vraagt er menigeen:”Waar moet ik eenmaal heen”,
    •    Als ‘k niet meer winnen kan ‘t dagelijks brood?
    •  
    •  2 Nog vloekt het schrijnend leed,van ‘t “arm en oud”,
    •    Tegen de weelde die, baadt zich in ‘t goud!
    •    Ach, d’ arme, oud en grijs,heeft vaak geen dek, geen spijs!
    •    En ‘t Christelijk Nederland, laat zooiets koud!
    •  
    •  3 Moet van ‘t reeds karig loon, nog premie af,
    •    Dan is zoo’n “gunstbetoon” veeleer een straf,
    •    Zoo’n wet maakt ‘t leven bang,wijl menigeen al lang,
    •    Voor hij er van geniet, rust in het graf!
    •  
    •  4 Geen wet met premie baat, neen, driewerf neen!
    •    Helpen kan slechts de Staat, de Staat alleen!
    •    Hij heeft zijn plicht te doen,wij eischen Staatspensioen,
    •    Zoowel voor vrouw als man, voor iedereen!
    •   
    •  
    •  
    • NR 2882 BEKOMMERT U NIET
    • Tekst:
    • wijze: Gij schitt’rende kleuren
    •  
    •  1 Gij, ouden van dagen, bekommert U niet,
    •    Uw lijden is welhaast voorbij!
    •    Wij spannen de kracht tot het uiterste in,
    •    Opdat de overwinning ons zij,
    •    Die rente, zoolang God in ‘t leven U laat,
    •    Het is geen vernederende gift van den Staat!
    •    De Staat doet niet meer dan zijn plicht!
    •  
    •  2 Gij hebt een kap’taal in Uw arbeid belegd,
    •    Den intrest verschaft U de Staat!
    •    Aanvaardt het gerust! ‘T Is geen aalmoes, o neen!
    •    Gij krijgt nog te min en te laat!
    •    Maar, ouden van dagen, bekommert u niet,
    •    Het daagt in het Oosten, het licht in ‘t verschiet!
    •    De zege is eind’lijk voorbij . ) bis
    •  
    •  
    • NR 2884 HET IS HUN RECHT!
    • Tekst:
    • wijze: Kent gij dat Volk vol heldenmoed
    •  
    •  1 Wij strijden voor het Staatspensioen,
    •    Met kracht en energie!
    •    Want als er een zaak heilig is,
    •    Dan is het zeker die!
    •    Wij kunnen ‘t langer niet gedoogen,
    •    Dat de oude werkman lijdt,
    •    Dat hij in kommer en ellende,
    •    Zijn laatste dagen slijt,
    •    Komt, strijden wij en rusten niet,
    •    Voordat aan allen recht geschiedt!
    •  
    •  2 Zij hebben ‘t Staatspensioen verdiend,
    •    Het komt hun rechtens toe,
    •    Zij gaven kracht en levensvreugd,
    •    En zijn nu oud en moe!
    •    Men mag het oude paar niet scheiden,
    •    Dat God tezaam verbond,
    •    De laatste vreugd hun niet ontnemen,
    •    In s’levens avondstond,
    •    Komt strijden wij en rusten niet,
    •    Voordat aan allen recht geschiedt!
    •  
    •  3 Een eigen thuis, een eigen haard,
    •    Dat vragen zij alleen,
    •    Al is de bete broods ook droog,
    •    Het hart is dan tevreên,
    •    Zij zullen niet zoo lang genieten,
    •    Hun welverdiende rust,
    •    Bij velen wordt de levensvlamme,
    •    Helaas, te vroeg gebluscht!
    •    Komt, strijden wij en rusten niet,
    •    Voordat aan allen het recht geschiedt.
    •  
    •  
    • NR 2885 LEVE STAATSPENSIOEN
    • Tekst:
    • wijze: De Loreley
    • zoek muziek
    •  
    •  1 Men ziet in ons land oude menschen,
    •    Gebogen en kreupel en stijf,
    •    Zij hebben om werk te verrichten,
    •    Geen krachtige armen aan ‘t lijf,
    •    En vragen wij nu aan die oudjes,
    •    Is er voor U geheel niet te doen?
    •    Zij antwoorden allen te zamen,
    •    Wel ja man, het Staatspensioen!
    •  
    •  2 Komt menschen, komt opent de oogen,
    •    Zie rond U wat daar al geschiedT,
    •    Ik wed, in Uw oog wellen tranen,
    •    Bij ‘t zien van der ouden verdriet,
    •    Hij werkt en hij ploetert gestadig,
    •    Komt, mag dat zoo’n oude man doen?
    •    Neen, Neen! Immers roept ge nu luide,
    •    Lang leve het Staatspensioen!
    •  
    •  3 Daar zit er een steenen te kloppen,
    •    Hier bedelt er een langs de straat,
    •    En ginds staat er een met “negotie”,
    •    Niet een, die er acht op hem slaat,
    •    De stumperds, de stakkers verhong’ren,
    •    Weet gij, wat daaraan is te doen?
    •    “Komt!” strijden we allen yezamen,
    •    Voor ‘t heerlijke Staatspensioen!
    •  
    •  4 ‘k Behoef ‘t U niet verder te zingen
    •    Wat d’ oudente wachten nog staat,
    •    Hij moet van den honger wel sterven,
    •    Als hij de bedeeling versmaadt.
    •    Hij moet zijn liefdadigheid beed’len,
    •    Weg zijn dan zijn recht en fatsoen,
    •    Dat mag toch niet langer gebeuren?
    •    Sluit U aan bij ons Staatspensioen!
    •  
    • NR 2886 TEN STRIJD
    • Tekst:
    • wijze: Wij leven vrij, wij leven blij
    •  
    •  1 Komt leden van den Bond, ten strijd,
    •    Ten strijd voor ‘t Staatspensioen,
    •    Ten strijd voor een beet’ren tijd,
    •    De leuze klinke wijd en zijd,
    •    Wie oud is, is niet arm er bij,
    •    O, dat het eens zoo zij. ) bis
    •  
    •  2 Wie heel zijn leven, vroeg of laat,
    •    Aan ‘t werk zijn krachten gaf,
    •    Dien hoort, als de arbeid niet meer gaat,
    •    De rug hem krom van ‘t werken staat,
    •    Een Staatspensioen van premie vrij,
    •    O, dat het eens zoo zij!   ) bis
    •  
    •  3 Geen cent mag van het karig loon,
    •    Voor dwangverzeek’ring af,
    •    Te sparen, ‘t lijkt wel op een hoon,
    •    Waar armoe meestal zit ten troon,
    •    Neen! Staatspensioen van premie vrij,
    •    Dat recht, dat eischen wij! ) bis
    •  
    •  4 Komt vrienden sluit U bij ons aan,
    •    Want eendracht maakt ons groot,
    •    Het kan zoo langer toch niet gaan,
    •    En Holland mag niet achter staan,
    •    Kom, laat het ons weergalmen doen,
    •    Op! Voor het Staatspensioen!   ) bis
    •  
    •  
    • NR 2887 ONZE VRAAG
    • Tekst:L.W.de Groot
    • wijze: De Zilvervloot
    •  
    •  1 Heb je wel gehoord van den machtigen bond,
    •    Den Bond voor Staatspensioeneering?
    •    Die voor de oudjes op Nederlands grond,
    •    Vraagt om recht aan de regeering?
    •    Hoezee, hoezee,
    •    Doet allen daar aan mee,
    •    Doet wat uw hart U zegt,              ) bis
    •    Denkt, dat het is des werkmans recht! ) bis
    •  
    •  2 Toen voor vele jaren die vraag werd gedaan,
    •    De Bond telde weinig leden,
    •    Zag men die menschen vol minachting aan,
    •    En noemde hen ontevreden,
    •    Zoo’ vraag, zoo’n vraag,
    •    Die hoort men niet graag,
    •    Men noemde die brutaal,           ) bis
    •    Of op zijn minst toch abnormaal.  ) bis
    •  
    •  3 Spoedig werd ‘t anders, de vraag werd herhaald,
    •    Doch krachtiger dan tevoren,
    •    Niet langer werd op ons beginsel gesmaald,
    •    Men moest onze eisch wel hooren,
    •    ‘t Was taal, ‘t was taal,
    •    Van mannen, hecht als staal,
    •    De vraag, eens zoo veracht,                 ) bis
    •    Dat werd een eisch, vol fierheid en kracht! ) bis
    •  
    •  4 Thans werd openbaar, dat ten deele reeds,
    •    Iets uit die vraag is geboren,
    •    Al zijn ook de vruchten nu nog niet veel,
    •    Toch zal eens de morgen gloren,
    •    Dat ‘t recht, dat ‘t recht,
    •    Wordt d’ oudjes toegezegd,
    •    Dat ieder, vrouw en man,            ) bis
    •    Het Sttatspensioen dan krijgen kan! ) bis
    •  
    •  
    • NR 2888 NEERLAND GEEFT RECHT
    • Tekst:L.W.de Groot
    • wijze:”Fier van Geest” of
    •       “Dat was Holland eens ter veld”
    •  
    • zoek muziek
    •  
    •  1 Vrienden gaat uw krachten wijden,
    •    Schaaart U allen zij aan zij,
    •    Om voor ‘t Staatspensioen te strijden,
    •    Voor de Oudjes, die zoo lijden,
    •    Die hun plichten               )
    •    Steeds verrichten,             )
    •    Tot het heil der Maatschappij. ) bis
    •  
    •  2 Arm en oud, gesloopt de krachten,
    •    Dat is vaak des werkmansdeel,
    •    Steun nog hulp kan hij verwachten,
    •    Niemand gaat zijn leed verzachten,
    •    Zwak en hulploos,          )
    •    Dak en broodloos,          )
    •    Is hij overal te veel.     ) bis
    •  
    •  3 Kent gij dat nog steeds gedoogen?
    •    Gij, mijn volk van Nederland?
    •    Dat vol fierheid, opgetogen,
    •    Op uw rechtsgevoel blijft bogen,
    •    En vol blijheid,            )
    •    Roemt op vrijheid,          )
    •    En op welstand in uw land.  ) bis
    •  
    •  
    • NR 2889 DE KLACHT EENS ARMEN
    • Tekst:L.W.de Groot
    • wijze: Op de groote, stille heide
    •  
    •  1 Oud van jaren, zonder krachten,
    •    Dun gekleed en slecht gevoed,
    •    Dwaal ik rond langs straten, grachten,
    •    Zonder doel, waar ‘k zet mijn voet.
    •    Dagen en ook nachten lang,
    •    Heb ‘k geen thuis, waar ‘k rusten kan,
    •    ‘k Ben oud en vergeten, ) bis
    •    Vergeten!
    •  
    •  2 ‘k Was als werkman vroeger jaren,
    •    Steeds vol lust bij mijn patroon,
    •    ‘k Werkte vlijtig, doch te sparen,
    •    Kon niet van ‘t verdiende loon.
    •    Maar toen ‘k oud werd, zestig jaar,
    •    Viel het werken mij te zwaar,
    •    Mijn krachten verdwenen, ) bis
    •    Verdwenen.
    •  
    •  3 Mijn ontslag is mij gegeven,
    •    ‘k Werd te oud, ‘t is mijne schuld?!
    •    Dat is na mijn werkzaam leven,
    •    ‘t Loon voor arbeid, vlijt, geduld,
    •    Zonder hulp en arm en oud,
    •    Zonder krachten, moegesjouwd,
    •    Verlang ik naar het einde, ) bis
    •    Naar ‘t einde.
    •  
    •  4 Neêrland kunt gij mij niet geven,
    •    Nu ‘k ben oud en krachteloos,
    •    In den winter van mijn leven,
    •    Ziekelijk en hulpeloos,
    •    Staatspensioen waarvan ik dan,
    •    Net, fatsoenlijk leven kan,
    •    ‘t Is billijk, rechtvaardig, ) bis
    •    Rechtvaardig!
    •  
    •  
    • NR 2890 WELKOMSTLIED
    • Tekst:I.Kaastra-Bakker
    • wijze: Onze duinen scharen
    •  
    •  1 Welkom wakk’re strijders, leden van den Bond,
    •    Laat uw vreugdelied weerklinken, ver in ‘t rond!
    •    ‘t Is een doel, een streven, dat ons samenbrengt,
    •    “Weg met oud en arm”,’is wat een ieder denkt. ) bis
    •  
    •  2 Wat wij zijn in godsdienst, politiek of stand,
    •    Bij dit heilig streven gaan wij hand in hand,
    •    Arm en oud, het mag niet, daarop ‘t oog gericht,
    •    Liefde tot den naaste, dat is Christenplicht. ) bis
    •  
    •  3 Welkom, wakk’re strijders, sluit u vast aaneen,
    •    ‘t Is ons aller leuze, oud en arm niet een!
    •    Wat moog’ vall’ of wijken, immer staan wij pal,
    •    Totdat eens de Staat, pensioen ons geven zal. ) bis
    •  
    •  
    • NR 2891 AFSCHEIDSLIED
    • Tekst:I.Kaastra-Bakker
    • wijze: De vierkleur
    •  
    • zoek muziek
    •  
    •  1 Vaartwel gij vrienden hier vereend,
    •    Dra slaat het afscheidsuur,
    •    Ons samenzijn was niet vergeefsch,
    •    Al was ‘t van korten duur,
    •    Ons groot, ons schoon, ons heilig doel,
    •    Hoe ver het ook nog zij,
    •    Door samenwerken pal te staan,
    •    Zoo komen wij ‘t nabij!
    •  
    •  2 En als wij straks zijn heengegaan,
    •    Een ieder naar zijn huis,
    •    Och, dat in aller harten dan,
    •    Dit lied als nagalm ruisch’,
    •    “Gedenk, gedenk, het Oud en Arm,
    •    Trek voor ‘t Pensioen ten strijd!
    •    Zoodat ons heilig streven eens,
    •    Tot d’ overwinning leidt.
    •  
    • =================================

    Like

Plaats een reactie